- Bijlage 2: Bodem en Bodemlandschappen

Bodem van essen
Bod 1 Mister en Corlese Es (zie ook Geo - 5)
Bod 2 Ratumse Es
Bodem op stuifzanden
Bod 3 Stuifzanden Rommelgebergte
Overige bodemlandschappen met grote variatie op een klein gebied
Bod 4 Glaciaal dal nabij Bredevoort (gemeente Aalten
Bod 5 Bekendelle (zie ook Geo 2 )
Overige bodemtypen
Bod 6 Korenburgerveen (zie ook Geo 7)
Bod 7 Zwanenbroek en Bunninkgoor
Bod 8 Wooldsche Veen (zie ook Geo 8)

Bod 1 - Mister en Corlese Es (zie ook Geo - 5)
Algemeen:
De Mister en Corlese es zijn twee essen met aaneengesloten bruine enkeerdgronden.
Deze enkeerden zijn ontstaan op dekzandruggen welke liggen in de beekdalvlakten van het Oost-Nederlands plateau landschap.Door het gebruik van beekdalplaggen hebben de aardmestdekken van de essen een bruine kleur.In de nabijheid van de essen komen beekeerdgronden, laarpodzolen en vlakvaaggronden voor, maar ook moerige eerdgronden en veengronden.De diversiteit van de profielen is, zowel in de bovengrond als in de ondergrond, groot.Lokaal komen ook brandplekken in de ondergrond voor.De boerenbedrijven liggen op de overgang van de hogere naar de lagere gronden, hetgeen in dit landschap het meest karakteristiek is.
Belang:
De Mister en Corlese es zijn beide representatief voor essen op dekzand in de beekdalvlakten van het Oost-Nederlands plateau.De diversiteit in onder- en bovengrond is groot.Mede door de karakteristieke ligging van de boerenbedrijven behoren deze tot de fraaiste en zeldzaamste bruine essen van het Oost-Nederlands plateaulandschap.

Bod 2 - Ratumse Es
Algemeen:
De Ratumse Es is een zwarte enkeerdgrond ontwikkeld op een welke liggen in de beekdalvlakten van het Oost-Nederlands plateau landschap dekzandrug. Het aardmestdek heeft een dikte van meer dan 0,80 m.Het zwarte karakter van het aardmestdek duidt erop dat men voor de plaggen, het strooisel en dergelijke grotendeels was aangewezen op de heide.De es ligt te midden van beekeerdgronden en veldpodzolen.
Belang:
De Ratumse Es is een representatieve es voor wat betreft de ligging, vorm en dikte van het eerddek.Een es als deze is mede door de fraaie ligging en gaafheid zeldzaam.

Bod 3 - Stuifzanden Rommelgebergte
Algemeen:

Ten noorden van Winterswijk komt een gebied voor met overwegend haarpodzolen en stuifzand.
Deze gronden zijn binnen dit plateau-landschap relatief zeldzaam.
De gronden zijn ontwikkeld in jong dekzand en liggen nu vrijwel onder bos.
Belang:
De waardering is gebaseerd op het zeldzame voorkomen van deze gronden in het Oost-Nederlandse plateaulandschap

Bod 4 - Glaciaal dal nabij Bredevoort (gemeente Aalten)
Algemeen:
Tussen Bredevoort en het Korenburgerveen ligt een glaciaal dal waarin beekeerdgronden, koopveengronden, moerige eerdgronden en meerveengronden voorkomen.
Naast het Korenburger en Wooldsche Veen is dit gebied een van de weinige relatief grotere gebieden die nog over zijn van een vroeger veel groter veengebied.
Dit gebied vormt een bodemlandschappelijke eenheid met de Mister en Corlese es.
De plaggen uit dit beekdal zijn gebruikt voor de bemesting van de essen.
De gronden die afwateren via de Schaarsbeek hebben een gemiddeld hoogste grondwaterstand van minder dan 40 cm beneden maaiveld en een gemiddeld laagste tussen 80 en 120 cm.
Belang:
Het gebied heeft door haar ligging een glaciaal dal een hoge diversiteit in overwegend natte gronden, zowel minerale als organische gronden.De bodemtypen en de ligging van de bodems zijn karakteristiek voor een glaciaal dal.Het voorkomen van veengronden en moerige gronden is beperkt in dit deel van Nederland en behoort daarom tot de zeldzame gronden.
In combinatie met de Mister en Corlese essen en het Korenburgerveen behoort dit gebied van het Oost-Nederlands plateau tot een van de meest waardevolle bodemlandschappen.

Bod 5 - Bekendelle (zie ook Geo 2 )
Algemeen:
In het Bekendelle-gebied ten zuiden van Winterswijk heeft geen normalisatie van de bekenloop plaatsgevonden.Hier komen oude terrassen voor met op de hoogste terrassen podzol en op de lagere terrassen beekafzettingen en op de laagste terrassen de afzettingen van de huidige beek.
Ook verlaten en afgesneden meanders maken deel uit van dit Boven-Slinge beekdal.
De bodemtypen die in het beekdal voorkomen zijn hoofdzakelijk beekeerdgronden met een leemarme en zwak lemige fijnzandige textuur en een zavel- of kleidek van 15 à 40 cm dikte.
Belang:
Het Bekendelle-gebied is zeldzaam doordat er geen normalisatie van de Boven-Slinge heeft plaatsgevonden in dit gedeelte, maar ook omdat hier de opeenvolging van beekdalgronden zeer representatief is voor de beekdalen van het Oost-Nederlands plateau.

Bod 6 - Korenburgerveen (zie ook Geo 7)
Algemeen:

Het Korenburgerveen bestaat uit drie aaneengesloten veengebieden: het Meddosche Veen, Vragenderveen en het Corlese Veen.Het is een komveen dat omzoomd is met hoger gelegen dekzanden.Het zijn onregelmatig afgegraven venen die heden ten dage een grillig beeld bieden van plasjes, vastveen en Iegakkers.Plaatselijk, met name daar waar de ondergrond diep is, komt een laag restveen voor die samen met het hernieuwd gegroeide veen meestal dikker is dan 40 cm.De variatie in het Korenburgerveen is groot, er komt zowel veenmosveen, mesostroof broekveen als zeggeveen voor.Aan de randen van het veencomplex komen, daar waar de zandondergrond ondiep is, moerige podzol en moerige eerdgronden voor.De grondwaterstand is gedurende een lange periode van het jaar hoog.
Belang:
Het is een zeldzaam komveengebied in Nederland en Gelderland. Het kent een hoge diversiteit van veentypen, waaronder levend oligotroof veenmosveen.

Bod 7 - Zwanenbroek en Bunninkgoor
Algemeen:
Het Zwanenbroek en Bunninkgoor vormen een van oorsprong moerassig en laaggelegen gebied ten zuidoosten van Bredevoort.Het gebied is omringd door grote en minder grote essen, die gelegen zijn op met dekzanden afgedekte kleien uit het tertiair of op terrasmateriaal uit het Pleistoceen.Dit lager gelegen gebied is opgevuld met veen en plaatselijk komt kalkgyttja in de grond voor. De dikte van de kalkgyttja kan zo'n 20 cm bedragen en sluit veelal aan op het dekzand in de ondergrond.Bovenin het veenprofiel komt beter veraard veen voor met een dun kleidek.De klei is betrekkelijk recent afgezet door beekjes, hetgeen een gevolg was van verandering van het beekregime, een direct gevolg van de ontginningen rondom Winterswijk.
Waterbeheersing en onttrekking hebben geleid tot oxidatie en inklink van het veen, waardoor het reliëf veranderde.De milieuomstandigheden die hier hebben geleid tot veenvorming waren eutroof, als gevolg van de aanvoer van rijk kwelwater vanaf de plateaus ten oosten en zuiden van het Zwanenbroek en Bunninkgoor en door overstroming door beekwater.
De bodemgesteldheid was tot voor de ruilverkaveling nog zeer gevarieerd en natuurlijk van karakter.De aantasting door de ruilverkaveling is groot.
Belang:
Het Zwanenbroek en Bunninkgoor vormen een laaggelegen eutroof veengebied dat door de ruilverkaveling een deel van haar aardwetenschappelijke waarde heeft verloren, doch dat door het nog voorkomen van onder andere kalkgyttja op enkele plaatsen nog zeker waardevol genoemd mag worden.

Bod 8 - Wooldsche Veen (zie ook Geo 8)
Algemeen:
Het Wooldsche Veen bestaat vrijwel geheel uit veenmosveen. De ondergrond van dit veenpakket bestaat overwegend uit zwak of sterk lemige en matig fijnzandige afzettingen. Het hoogveengebied wordt gekenmerkt door een hoge grondwaterstand gedurende een vrij lange periode van het jaar. Het gebied wordt beheerd als natuurreservaat. Het sluit aan bij het in Duitsland gelegen Burloër Venn.
Belang:
Het Wooldsche Veen is een zeldzaam levend oligotroof veenmosveen.