- Aardkundige Waarden, landschappelijke mogelijkheden

Winterswijk kan in algemene zin een agrarische gemeente genoemd worden. Ongeveer 60-70% van de grond is in gebruik als landbouwgrond. De landbouw heeft de belangrijkste bijdrage geleverd aan de verschijningsvorm van het huidige landschap. Tot ver in de vorige eeuw werd het grondgebruik hoofdzakelijk bepaald door de plaatselijke terreinomstandigheden. Akkers kwamen voornamelijk voor op de hogere, drogere, gedeelten. Op de lagere en nattere delen en langs beken werd het vee geweid. Schaalvergroting van de landbouw en ontwatering hebben tot grote veranderingen geleid. Het landschap is sterk veranderd door menselijk handelen. Bouwland en weiland lopen kris kras door elkaar. Veel van de essen worden als weiland gebruikt, terwijl oorspronkelijke graslanden langs beken tegenwoordig zelfs als akkers gebruikt worden.. De laatste decennia zijn er nieuwe veranderingen ingezet die de landbouw als bedrijf onder druk zullen (blijven) zetten.
Toch moet het besef doordringen dat de landbouw nog lange tijd de belangrijkste economische drager van het gebied zal zijn. Zij zal een belangrijke bijdrage leveren aan het behoud en de leefbaarheid van het buitengebied. Daarnaast is het juist de agrarische sector die in grote mate verantwoordelijk is voor het ontstaan van het huidige waardevolle cultuurlandschap. Zonder vitale landbouw zal er veel werkgelegenheid uit het gebied wegvloeien en zal het landschap ingrijpend veranderen en waarschijnlijk verrommelen. Het behoud van een kritische hoeveelheid agrarische bedrijven en/of plattelandsondernemers is dan ook van groot belang voor landelijk gebied van Winterswijk.

Hernieuwde aandacht
De door de landbouw mede gecreëerde (cultuur)landschappen kennen een grote waarderingswaarde. Mede hierdoor is het gebied door de Rijksoverheid aangewezen als Nationaal Landschap. Toch is er is tot op heden weinig gestructureerde aandacht geweest voor de aardkundige waarden in het historische landschap. Net als in veel andere gebieden in Nederland is het oorspronkelijke reliëf, sterk veranderd. Verstedelijking, agrarische activiteiten en grote infrastructurele werken hebben een grote invloed gehad op het verdwijnen van het oorspronkelijke reliëf. Natuurlijke watergangen zijn gedempt of gekanaliseerd, verzakkingen zijn opgevuld, verhogingen als dekzandkoppen in het landschap zijn geëgaliseerd.
Hierdoor is van een zekere nivellering van het landschap sprake. De tijd lijkt rijp om ook voor aardkundige waarden een planologische bescherming te krijgen, om ze via aanlegvergunningen een verankering te geven in nieuw op te stellen bestemmingsplannen. Zo zou b.v. een algemeen egalisatieverbod een plaats kunnen krijgen om het nog aanwezige reliëf bescherming te bieden.
Om het land verder te ontwikkelen en de recreatieve aantrekkelijkheid te verhogen kan de inzet van aardkundige waarden een goede aanvulling zijn.

Gebiedsgerichte aanpak
Aansluiting zoeken bij andere beleidsterreinen als duurzame landbouw, recreatie en toerisme leiden tot een meer gebiedsgerichte aanpak. Voor tal van beleidsterreinen zal een dergelijke aanpak een toenemende aandacht te stimuleren.

Gebruik van het reliëf
Hier kan gedacht worden aan het zichtbaar maken van reliëfverschillen, het meer historische gebruik van reliëfverschillen kan daarbij nader onderzocht worden. Globaal idee daarbij kan zijn, dat akkers op de essen en weidegebruik in de nattere gebieden terugkeren. Gezien het voorkomen van vele oude relicten kunnen hier goede resultaten geboekt worden.