- Aardkundige Waarden, recreatieve mogelijkheden

Kleinschalige, dicht bij elkaar voorkomende agrarische cultuurlandschappen zijn bijzonder populair bij recreanten. Een landschap dat afwisseling kent met reliëf, bos en akkers heeft een grote aantrekkingskracht op de rustige vormen van recreatie. Hierbij denken we aan het kleinschalige hoevenlandschap met slingerende wegen, meanderende beken, een glooiend landschap met houtwallen, het heide-ontginningslandschap met het open en grootschalige karakter hoogveengebieden en de grote verscheidenheid van essen. Bovendien zijn een aantal kleine cultuurrelicten, met een zekere zeldzaamheidswaarde, aan de menselijke (in)greep ontsnapt.

Wandelen en fietsen zijn voor het huidige landschap van Winterwijk de belangrijkste activiteiten op recreatief gebied. De aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische- en natuurwaarden blijken de belangrijkste pijlers. De aanwezigheid van bosgebieden, het kleinschalige cultuurlandschap en het afwisselende landschap blijken een grote aantrekkingskracht te hebben op vooral de rustzoekende recreant. Het gebied kent vele uitgezette routes die voor wandelen, fietsen en paardrijden gelegenheid bieden. Voor de recreant die het gebied (nog) niet kent is dit waardevol om op verkenningen te gaan. Door de grote veranderingen in het gebruik van het agrarische landelijke gebied kan recreatie een nieuwe een aanvullende economische rol vervullen. Belangrijk bij dergelijke toekomst gerichte ontwikkelingen is een zekere realiteitsgehalte en de mogelijke terug-verdien-tijd.

Om goed in te kunnen spelen op de (nieuwe) behoefte moet er inzicht zijn in de wensen van de recreant. Verschillende aspecten (kwaliteitsindicatoren) zijn daarbij van belang om in een bepaald gebied op onderzoek te gaan.

Kwaliteitsindicatoren recreatie
Mate van stilte
De recreant wil het dagelijkse geluid van de stad en het verkeer achter zich laten. Geluidsarme gebieden worden als zeer waardevol ervaren. Vooral auto-, en treinverkeer worden als zeer hinderlijk ervaren.








Bos, stilte, reliëf en een beekje worden hoog gewaardeerd door de recreant


Aard van het grondgebruik
Bosgebieden, heide-, duin- en zandgebieden scoren naast kleinschalige agrarische landschappen met kleine dorpjes, reliëf en beekjes, hoog als het gaat om aandacht van de recreant. Vooral fietsers en wandelaars waarderen bosgebieden, heuvelachtige gebieden en gebieden met een waterloop zeer hoog.

Toegankelijkheid
Een vrije toegang tot de gebieden is een zeer belangrijke kwaliteitsindicator.

Drukte
Fietsers ervaren autoverkeer als zeer hinderlijk. Wandelaars ervaren de hoeveelheid andere wandelaars als een mate van drukte.

Fiets- en wandelmogelijkheden
Routes moeten logisch worden samengesteld. Onlogische omrijlussen, barrières of ontbrekende schakels in routes wordt als zeer vervelend ervaren. Keuze mogelijkheid om in en door het gebied te trekken door fijnmazige fiets- en wandelroutes wordt erg belangrijk gevonden.

Bewegwijzerde routes
Gemarkeerde routes in de directe woonomgeving zijn relatief onbelangrijk. Fietsers van langere tochten en over onbekend terrein waarderen bewegwijzerde routes juist zeer.

Op basis van het voorgaande is een definitie te maken van het ideale wandel gebied. De definitie zou als volgt luiden

Het ideale wandel gebied
Het ideale wandelgebied is een gebied dat bestaat uit vrij toegankelijke halfverharde routes door voornamelijk bossen met enig reliëf en een beek, Waar men diverse planten en dieren kan aantreffen en observatie hutten en rustpunten voorkomen. Het gebied is relatief stil en er komen weinig recreanten in voor.

Op basis van het voorgaande is een definitie te maken van het ideale fietsgebied. De definitie zou als volgt luiden

Het ideale fietsgebied
Het ideale fietsgebied is een vlak zand-, heide of duingebied en bossen al dan niet afgewisseld door agrarisch gebied en dorpen met schilderachtige wegen. Er moet veel fietsroutes beschikbaar zijn door de natuur met relatief weinig ander verkeer. De fietspaden kennen een redelijk onderhoudsniveau en moeten breed genoeg zijn om met zijn tweeën naast elkaar te kunnen fietsen. Goede bewegwijzering en rustpunten moeten de route als het ware begeleiden

Welke rol spelen de aardkundige waarden voor het huidige recreatieve gebruik
Er bestaan verschillende groepen recreanten die elk op een andere manier het landschap en/of de aardkundige waarden bezoeken. Er bestaan een drietal specifieke gebruiksgroepen voor het landschappelijke gebied.

Natuur – en cultuurgerichte recreanten
Deze groep recreanten richt zich, individueel of in kleine groepen, op het ontdekken en opdoen van informatie over de omgeving. Uniciteit van het landschap, variatie in flora en fauna en cultuurhistorische elementen is daarbij een belangrijk onderwerp.

Ontspanningsgerichte recreanten
Zij gebruiken de uitgezette wandel, fiets- en paardenroutes individueel of in kleine groepen. Het landschap vormt daarbij een aantrekkelijk decor voor de activiteit. Beleving van het landschap waar men doorheen trekt door informatie te verkrijgen verhoogt de recreatieve waarde.

Vermaakgerichte recreatie
Hierbij is de activiteit of de groep van belang. Het landelijke decor speelt een ondergeschikte rol. De activiteit zou net zo goed ergens anders kunnen plaats vinden.
Versterken van de aardkundige waarden ten behoeve van de recreatie
Het landschap van Winterswijk maakt momenteel deel uit van de door de overheid, in de Nota Ruimte, vastgestelde Nationale Landschappen.
Door de aanwijzing van Nationale Landschappen zet het Rijk in, op behoud en ontwikkeling van landschappelijk en natuur- of cultuurhistorisch waardevolle gebieden en structuren, waarvoor Nederland een nationale of internationale verantwoordelijkheid draagt. Nationale Landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke- en recreatieve kwaliteiten. De Nationale Landschappen kunnen ook een belangrijke toeristisch-recreatieve betekenis hebben. Voor het Rijk zijn de Nationale Landschappen extra aandachtsgebieden. Dat betekent onder andere dat het Rijk alleen in Nationale Landschappen de aanleg en beheer van landschapselementen en recreatieve voorzieningen mee financiert.