- Conclusies

Het onderwerp aardkundige waarden van waaruit de ontstaansgeschiedenis van ons land valt te herleiden, verdient een breder gedragen aandacht. Tot op heden vindt de aandacht van deze bouwstenen van ons land slechts in de kantlijn van beleid enige aandacht. Van blijvende specialistische aandacht is nog geen sprake geweest. Vaak moet de aandacht gedeeld worden met andere beleidsvelden zoals b.v cultuurhistorie. Meestal gaat daarbij de meeste aandacht naar de bebouwde cultuurhistorie. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de grotere “visuele” belevingswaarde van onze gebouwde cultuurhistorische ontwikkelingsgeschiedenis. De veelal “onzichtbare” delen van ons land, die veel sterker onze ontwikkelingsgeschiedenis bepaald hebben worden letterlijk over het hoofd gezien. Het land waarop wij lopen, bouwen en leven is ons historisch bodemarchief. Dit archief is nog steeds in ontwikkeling. We moeten echter zien dat het op veel plaatsen beschadigd of vernietigd wordt en nooit meer te herstellen zal zijn.

Economische achtergronden
De sterke economische ontwikkeling van de laatste eeuw en zeker die van na de tweede wereldoorlog heeft het bodemarchief geen goed gedaan. De aanleg van b.v. grote infrastructurele werken, stadsuitbreidingen en de aanleg van industrieterreinen hebben hier een belangrijke rol gespeeld. Ook een verdere drooglegging van het land ten behoeve van de landbouw, het graven van watergangen en een toenemend peilbeheer van oppervlakte water, heeft het oorspronkelijke bodemarchief geen goed gedaan. In het bijzonder geldt dit voor bodems- en bodemlandschappen. Daarnaast is er nog geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van bv. stikstofdepositie en vermesting op de oorspronkelijke bodemlandschappen.
Bedrijfsopvolging en toenemende milieuwetgeving in de landbouw is een landelijk probleem. Dit heeft tot gevolg dat de blijvende bedrijven minder kunnen groeien, er minder animo is voor bedrijfsopvolging en dat er bij een aantal ondernemers een houding van gelatenheid optreedt. Een gevolg daarvan is het afnemen van de hoeveelheid landbouwbedrijven. Voor de overblijvende bedrijven geldt dat zij wellicht alleen stand kunnen houden door verregaande schaalvergroting.
Momenteel zijn er geen aanwijzingen dat aan deze tendens een einde zal komen. Wellicht dat hierdoor het areaal natuur verder zal kunnen toenemen. Het Winterswijkse grondgebied kent momenteel de status van Nationaal Landschap. Dit geeft nieuwe mogelijkheden om landschap, recreatie en cultuur(historie) op te waarderen. Er ontstaat hierdoor een nieuwe economische kans voor het gebied.

Beleidsaandacht
Voor de achterliggende beleidsgeschiedenis, zowel landelijk, provinciaal als op gemeentelijk niveau, is slechts mondjes maat aandacht voor aardkundige waarden geweest. Er is onvoldoende daadkracht en initiatief aan de dag gelegd, waarbij de Rijksoverheid voor zichzelf slechts een faciliterende rol zag weggelegd. Juist door deze afwachtende houding is van een centrale- en planmatige aanpak geen sprake geweest. Op provinciaal niveau is deze houding veelal goed bedoeld gebruikt om elk op de eigen wijze en opvatting beleidsonderdelen al dan niet te ontwikkelen. Interpretaties en opvattingen over aardkundige waarden soms daarbij sterk uiteen.
Voor gemeenten is het veelal niet haalbaar om de specialistische kennis in huis te halen. Samenwerking op regionaal- of provinciaalniveau zou hierbij nader onderzocht kunnen worden.
De aandacht die er voor aardkundige waarden is geweest kenmerkt zich door een golvende beweging. Korte perioden van aandacht zijn afgewisseld door perioden met weinig aandacht. In perioden van aandacht is kennis opgedaan en kon wetenschappelijk onderzoek worden uitgevoerd. In de daarop volgende perioden vinden de wetenschappelijke publicaties hun weg naar archieven en wordt de opgedane kennis niet verder ontwikkeld.
Privatisering van wetenschappelijke onderzoeksbureaus en een meer commerciëlere aansturing van universiteitsfaculteiten versterkt het beeld van afnemende aandacht. Het onderwerp wordt snel ondergeschikt gemaakt aan andere meer in het oog springende onderwerpen (zie verder “hedendaagse natuuropvattingen”).

Hedendaagse natuuropvattingen
Niet voor de hand liggend maar zeker niet onvermeld dienen de werkzaamheden die worden uitgevoerd voor “natuurontwikkeling(sprojecten)” genoemd te worden. De behoefte bestaat om de achteruitgang van/in de natuur door menselijke activiteiten te “compenseren”. Het laten meanderen van cultuurlijk aangelegde watergangen tot “natuurlijke” beken. De aanleg van poelen voor amfibieën en retentievoorzieningen om verdroging van het land tegen te gaan, het opbrengen van gebiedsvreemde stoffen om de biodiversiteit te vergroten zijn voorbeelden om de achteruitgang in de natuur te willen compenseren. Veelal staan deze activiteiten los van de geologische en geomorfologische en oorspronkelijke bodemlandschappen ter plaatse. Het bodemarchief kan hierdoor onherstelbaar beschadigd raken.
Vanuit de eigen kennis, ervaring of vanuit het gezichtspunt van natuurbeleving kan geheel verschillend naar deze ontwikkelingen gekeken worden. Zo kunnen verschillende vakgroepen spreken van (bodem)archiefvernietiging terwijl andere het beoordelen als biotoopvervalsing. In positieve zin kan het ook beoordeeld worden als
natuurontwikkeling.

Op weg naar gebiedsgerichte aanpak
Op veel terreinen is sprake van een objectgerichte aanpak. De context waarin een en ander in samenhang met de omgeving is ontstaan, ontwikkeld, of aangelegd, wordt vaak onvoldoende belicht. Deze weg moeten we achter ons laten en overstappen op een brede gebiedsgerichte aanpak. Samenwerking en samenhang in het gehele traject tussen planvoorbereiding en planuitvoering (beheer) tussen de deelnemende partijen en disciplines zal een grote toegevoegde waarde geven. Concreet betekent dit dat er meer aandacht en samenhang moet komen en dat naast b.v. civieltechnische kanten ook geologische, geomorfologische en bodemkundige aspecten ook de (geo)hydrologie, ecologie van het landschap, landschappelijke structuren en patronen een rol moeten spelen.